In het onderzoek is vastgesteld dat er sprake is van een aanzienlijke mate van onderbesteding en het niet realiseren van beleidsdoelstellingen.
Gedeputeerde Staten melden in dat verband dat de provincie inzet op een programmatische aanpak met een planningshorizon van een coalitieperiode en dat deze langere planningshorizon kan leiden tot verschillen tussen raming en realisatie. De rekenkamer onderkent dit verschijnsel in algemene zin, maar wijst er op dat dit argument juist voor de Jaarstukken 2010, aan het eind van de coalitieperiode 2007 – 2011, slechts zeer beperkt van toepassing is. De rekenkamer blijft van mening dat de Jaarstukken 2010 onvoldoende antwoord geven op de vraag wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitputting van de budgetten en
de realisatie van de beleidsdoelstellingen.