
Een conclusie uit het onderzoek is dat de provinciale richtlijnen en criteria in het algemeen helder, actueel en consistent zijn. De afzonderlijke investeringsagenda’s zijn op zich op een juiste wijze tot stand gekomen. Daarbij plaatst de rekenkamer wel twee kanttekeningen, het naast elkaar bestaan van elkaar overlappende agenda’s is verwarrend en daarmee onwenselijk en ook dat Provinciale Staten onvoldoende in positie zijn gebracht om kaders te formuleren voor de inhoud van de agenda’s. De organisatie van de uitvoering van de agenda’s Gedeputeerde Staten geeft op onderdelen onvoldoende handvatten voor sturing en beheersing. Provinicale Staten zijn weliswaar uitgebreid geïnformeerd over de voortgang van projecten uit de agenda’s, maar de kwaliteit van die informatie is in het algemeen onvoldoende. Ook de informatie over de agenda’s zelf is van onvoldoende kwaliteit.
Downloads


